thema 5

Logistiek

Dat omvat de handelingen die verricht moeten worden om goederen van grondstof tot eindproduct te verwerken en die bij de klant af te leveren. Het komt dus aan het beschikbaar hebben:- Van de juiste goederen,- Op de juiste plaats,- In de juiste hoeveelheden,Voor zo weinig mogelijk geld.

Inkooplogistiek

Dat is de inkoop van grondstoffen / half- fabricaten / afgewerkte producten en het transport van die goederen.

Productielogistiek

Dat komt voor in ondernemingen die producten vervaardigen. Om te kunnen produceren zijn er grondstoffen of halffabricaten nodig. Wanneer dat is bepaald, gaat de verantwoordelijke van de productielogistiek op zoek naar toeleveranciers.

Distributielogistiek

Dat is de besturing en beheersing van het traject van een afgewerkt product vanaf het eind van het productieproces tot aan de eindafnemer

Groothandel

De groothandel koopt allerhande producten aan bij meerdere leveranciers, slaat die producten voorlopig op in een magazijn om ze nadien aan de kleinhandelaars te leveren

Distributiecentrum

De onderneming koopt de producten aan bij de leveranciers van de producten en slaat ze op in een centraal magazijn. Wanneer het nodig is om de voorraad aan te vullen van de winkels uit dezelfde winkelketen als het distributiecentrum, zal dat distributiecentrum de goederen aan die winkels leveren

Public warehouse

Dat is een magazijn waar opslagruimte verhuurd wordt. Ander bedrijven die zelf weinig opslagplaats hebben, kunnen tegen betaling hun goederen in dat magazijn opslaan. Vanuit het magazijn wordt dan aan de klanten van de bedrijven geleverd. Het is perfect mogelijk dat in een magazijn producten van meerdere leveranciers worden opgeslagen

Groepagecentrum

Die onderneming groepeert de producten van meerdere leveranciers in een centraal magazijn. De goederen die naar dezelfde klant moeten verstuurd worden, worden op dezelfde vrachtwagen geladen. Op die manier voorkomt men dat als er bijvoorbeeld drie leveranciers zijn voor 1 klant, er ook 3 verschillende vrachtwagens naar dezelfde bestemming moeten.

Transportbedrijf

Die onderneming zorgt voornamelijk voor het transport van de leverancier naar de klant

Directe distributiekanalen

houdt in dat een bedrijf zijn producten rechtstreeks aan de eindklant verkoopt

Indirecte distributiekanalen

Houdt in dat een bedrijf vertrouwd op een tussenpersoon om zijn producten bij de eindklant te krijgen.

Lineaire economie

Daar worden grondstoffen omgezet in producten die na verbruik worden vernietigd.

Keteneconomie met recycling

Daar verwerkt men grondstoffen tot een product dat na gebruik gedeeltelijk wordt gerecycleerd om eventueel samen met grondstoffen weer verwerkt te worden tot een product. Er blijft wel nog restafval over.

Circulaire economie

In die economie worden tal van strategieën toegepast om restafval te vermijden. De producten worden na gebruik hersteld, geüpgraded, uit elkaar gehaald en omgevormd tot nieuwe producten. Dat zorgt voor een gesloten cirkel, waarbij er geen of maar een heel beperkte vraag is naar nieuwe grondstoffen

Retourlogistiek

Dat is een logistiek systeem waardoor het terugsturen van goederen en verpakkingen zo efficiënt mogelijk gebeurt met als doel de goederen of onderdelen ervan te herstellen, te hergebruiken, te recycleren of weg te gooien, bij voorkeur in een circulair proces.

Bestelpunt

het niveau van de voorraden waarop we ze op basis van criteria moeten aanvullen, met als doel een tekort te voorkomen.

Buffervoorraad

Voorraad goederen die in reserve wordt gehouden.

Seizoensvoorraad

De voorraad die wordt gevormd om aan een vraag, die onderhevig is aan seizoenschommelingen. Bv. Zwembaden in de zomer

Technische voorraad

het aantal goederen dat op een welbepaald moment ook fysiek aanwezig is in de gebouwen van de onderneming. (begin van het jaar)

Economische voorraad

De voorraad die je daadwerkelijk op het einde van het jaar overhoudt.

Beschikbare voorraad

De fysiek aanwezige voorraad min de reeds gereserveerde voorraad (opgekocht door klanten).

Minimumvoorraad

De minimale voorraad die aanwezig moet zijn opdat een onderneming goed kan functioneren.

Maximumvoorraad

De maximale voorraad op grond van de beschikbare ruimte of het beschikbaar budget

Neen-verkopen

Dat is de onmogelijkheid om te verkopen omdat er geen voorraad is.

Out of stock

Geen voorraad

KlantenOrderOntkoppelPunt

Dat punt geeft aan hoever (stroomopwaarts in een bedrijfskolom) een klantenorder doordringt in het productie- of distributieproces van de aanbieder van een product of dienst.

Just in time

Dat is precies op tijd leveren wat de klant of ketenpartner nodig heeft