Feit
objectief
Mening
Subjectief, drukt standpunt uit
3 mogelijke standpunten
- positief/voor-negatief/tegen-twijfel/voor en tegen/voor noch tegen
Feitelijke argumenten
Objectief/controleerbaar
niet-feitelijke argumenten
Subjectief/gebaseerd op intuïtie of geloof
Stelling
Mening die argumenten uitlokt
Mening/standpunt
Wat iemand vindt van iets
Argument
Ondersteunt standpunt om lezer/luisteraar te overtuigen
Tegenargument
een uitspraak waarmee je een standpunt ontkracht
Conclusie
eindoordeel, gevolgtrekking
premisse
vooronderstelling
Syllogisme
Bestaat uit: 1. Majorpemisse 2. Minorpremisse 3. Conlusie- door geldigheid vd premissen te checken een conclusie trekken/controleren of de conclusie kloptBv. "Alle Belgen zijn sterfelijk." "Ik ben een Belg." "Ik ben sterfelijk.
Correcte/deugdelijke argumenten
0
Drogredenen
argumenten die niet kloppen