perioden
7 horizontale rijen van het PE
groepen
De 18 verticale kolommen van het PE
de 8 hoofdgroepen van het PE
-groep Ia: alkalimetalen -groep IIa: aardalkalimetalen -groep IIa: aardmetalen -groep IVa: koolstofgroep-groep Va: stikstofgroep -groep VIa: zuurstofgroep -groep VIIa: halogenen -groep 0: edelgassen
de nevengroepen van het periodiek systeem
Ib tot VIIb + VIIIb
atoomnummer (Z)
rangetal of protonen nummer = aantal protonen
massagetal (A)
som van aantal protonen en neutronen
isotopen + de verschillende soorten
atomen met hetzelfde aantal protonen en elektronen, maar een verschillend aantal neutronen. => hetzelfde atoomnummer (Z), verschillend massagetal (A)--> 2 soorten: -radioactieve isotopen: onstabiel en vervallen (door kernsplitsing)-stabiele isotopen: ongevaarlijk en bruikbaar voor onderzoeken
def + synoniem elektronenschil
0
plaats element in het PE bepaalt door?
de lading van de kern => door het aantal protonen (atoomnummer Z)
moleculen
het kleinste deeltje van een stof, dat nog de eigenschappen van die stof bezit. moleculen zijn opgebouwd uit atomen. bv. suikermolecuul heeft alle eigenschappen van de zuivere stof suiker
atoom
Het kleinste deeltje materie, dat bestaat uit een kern en daaromheen bewegende elektronen. bouwteen van een molecuul. atomen hebben afzonderlijk andere eigenschappen dan wanner ze in een molecuul met elkaar verbonden zijn. bv. suikermolecuul is opgebouwd uit atomen zuurstof, koolstof en waterstof --> deze atomen hebben afoznderlijk geheel andere eigenschappen dan wnn ze een suikermolecule vormen
element
#NAME?
plaats atomen en moleculen binnen cellen en levende organismen
1. organismen worden gevormd door cellen 2. cellen worden gevormd door moleculen 3. moleculen worden gevormd door atomen 4. atomen worden gevormd door subatomaire deeltjes
orbitaal
ruimte rond de kern waar een elektron het meest waarschijnlijk aanwezig is
gepaarde elektronen
2 elektronen met een tegengestelde spin in 1 orbitaal
valentie elektronen
elektronen op de buitenste schil
regel van Hund
wanneer een aantal orbitalen in energie gelijk zijn, dat eerst alle orbitalen 1 elektron opvangen alvorens een orbitaal een tweede elektron ontvangt
pauli-principe
elk orbitaal mag maximum twee elektronen bevatten, die in dat geval een tegengestelde draairichting (elektronenspin moeten hebben)
ionen
deeltjes waarvan aantal elektronen niet gelijk is aan het atoomnummer --> beschreven met ladingsgetal (rechtsboven het symbool)--> lading ion verandert door de hoeveelheid elektronen:-neg. ladingsgetal = overschot aan elektronen -positief ladinggetal = tekort aan elektronen
...
...